Snipper de sjalot en snijd de knoflook fijn.

Bak de helft van de sjalot en knoflook even kort aan in een pan en voeg de risottorijst toe. Bewaar de andere helft van de sjalot en knoflook voor de tomatensaus.

Laat de rijst even bakken en blus het af met de witte wijn. Voeg de bouillon in delen toe aan de risotto en blijf af en toe roeren. Voeg steeds een beetje toe als de risotto droog lijkt te worden.

Als de risotto bijna gaar is, rasp je de Parmezaanse kaas erbij. Roer alles goed door elkaar, doe dan het vuur uit en laat het afkoelen. 

Snijd de bladeren van de Chinese kool los en snijd het dikke stuk van de nerf eruit. Blancheer de bladeren even kort in een pan kokend water en spoel ze daarna af met koud water.

Bak de andere helft van de sjalot en knoflook even kort in een pan en voeg dan de gerookte paprika toe. Voeg dan de tomaten uit blik toe aan de pan.

Laat intussen de bladeren even weken in het koude water en haal ze er dan uit. Laat ze uitlekken op een schone handdoek.

Blend de gepelde tomaten fijn met een blender of een staafmixer en voeg het toe aan de pan. Breng de saus op smaak met zout en peper en laat het afkoelen tot de rolletjes klaar zijn.

Scheur de oesterzwammen in grove stukken en bak ze even kort in een pan met een beetje olie.

Leg de koolbladeren op de werkbank en leg er een volle eetlepel risotto op, druk het een beetje plat en leg er een stukje oesterzwam op en een stukje geitenkaas. Rol er een strak rolletje van. Vervolg deze stappen totdat de bladeren en de vulling op zijn. 

Maal de Parmezaanse kaas samen met het broodkruim.

Giet de tomatensaus in een ovenschaal en leg de rollen erin, strooi gul de broodkruim er overheen en gratineer het in een voorverwarmde oven op 180 graden op de grillstand. 

Hak de peterselie fijn en strooi dit over de ovenschaal of pan als het eenmaal goudbruin gegratineerd is.