Leg 150 gram hazelnoten op een bakplaat en bruineer ze op 180 graden in ongeveer tien minuten in de oven. 

Maak dan het harde wenerdeeg. Meng de boter met de suiker, voeg het ei toe en als laatste het bloem. Als het deeg goed door elkaar zit laat je het opstijven in de koelkast. Rol het uit op twee milimeter en steek er ronde plakjes van zo groot als je gespoten soes.

Maak nu het soezenbeslag. Breng het water met de melk en de boter aan de kook. Voeg de bloem toe en roer goed door elkaar zodat er geen klontjes ontstaan. Als er een bal vormt verwarm je deze een a twee minuten op halfhoog vuur. Haal de pan van het vuur en roer een voor een de eieren er door.

Spuit doppen van het beslag op een bakplaat met bakpapier. Doe het uitgestoken harderwener deeg op de soes en bak ze 20 a 25 minuten af op 220 graden. Laat ze helemaal afkoelen en snijd ze door de midden.

Ga verder met de pralinévulling. Meng hiervoor de suiker met een klein beetje water en zet het in een pannetje op het vuur.  Kook dit tot het karamel geworden is. Stort de karamel op een bakplaat met bakpapier zodat er een dunne laag karamel ontstaan die snel kan afkoelen.

Als het afgekoeld is breek je de karamel en doe je het samen met de gebruinde hazelnoten in de keuken machine. Draai tot het vloeibaar wordt. Voeg dan de chocolade hier aan toe en blijf draaien tot je een egale massa hebt. (Door de olie in de hazelnoten wordt de vulling vloeibaar.) Doe de vulling in een bakje en laat afkoelen.  Zodra het afgekoeld is doe je de helft van de pralinévulling in een spuitzak. De andere helft gebruik je voor de slagroomvulling. 

Klop de slagroom met de suiker voor de slagroomvulling stijf. Roer er voorzichtig de overgebleven pralinévulling doorheen. Doe het in een spuit zak en vul er de soezen mee.

Spuit vervolgens in de slagroom een flinke dot pure pralinévulling en doe het kapje van de soes er bovenop. 

Bestuif met poedersuiker en spuit er een rozet slagroom op. Decoreer met hazelnoten, chocolade en pistachenootjes.