Neem een ruime soeppan. Snij de sereh doormidden, hak de knoflook en gember fijne en snipper het uitje. Fruit dit in de soeppan met wat kokosolie aan. 

Snij de kippendijen in kleine stukjes en bak dit 3 minuten mee. Voeg de vissaus en de suiker er aan toe en roer dit goed door. Blus het vervolgens af met de kokosmelk en het water. 

Snij de laos in plakjes en voeg dit samen met de bouillonblokjes toe aan de soep en laat dit ongeveer 15 minuten op laag vuur koken. 

Rasp de schil van de limoen en voeg deze samen met het sap van de limoen toe aan de soep. Als de soep bijna klaar is snij je de shiitake en de Spaanse peper in dunne plakjes kook dit vervolgens nog 2 minuten mee. Snij de koriander en de bosui fijn, was de taugé en voeg dit bij het uitserveren toe aan de soep.

Verwijder de schil van de bakbananen en snij deze in plakken van ongeveer 2 centimeter dik. Verhit een laagje kokosolie in een hapjes pan en bak de bakbananen gaar. Bak deze in +- 2 minuten gaar. Vervolgens haal je de bakbananen uit de hapjespan. Druk de gebakken bananen  met een kopje plat en voeg ze weer terug in de hapjespan met kokosolie om ze nu goudbruin en krokant te bakken.

Als de bakbananen goed zijn haal je ze uit de pan. Plaats de gebakken bakbananen op een bord met een servetje en strooi je er wat zout naar smaak overheen.