Begin met de aubergine. Verwarm de oven voor op 200 graden. Was en droog de aubergines en plaats ze naast elkaar op een met bakpapier beklede bakplaat. Prik met een vork gaatjes in de aubergine. Laat ze in het midden van de hete oven gaar en zacht worden.

Ga ondertussen verder met het pellen van de granaatappel. Het handigst is om het kroontje van de granaatappel er rondom uit te snijden, waarna je met je duimen de vrucht open kunt breken. Je kunt dan lekker hard op de schil meppen met een lepel zodat de pitjes eruit vallen. Vis de witte velletjes er daarna uit.

Was alle kruiden en de lente-ui en snijd ze fijn. Snijd ook de tomaatjes en komkommers fijn. Wel de (ongekookte) bulgur in heet water en giet het af. Kneed met je handen de tomatenpasta, paprikapasta, olijfolie en granaatappel melasse door de bulgur. 

Meng de kruiden, lente-ui, tomaatjes, komkommer en granaatappelpitjes erdoor. Breng de salade op smaak met zout, olijfolie, citroensap en flink wat granaatappelmelasse.

Haal de aubergines uit de oven. Verwijder voorzichtig het vel maar laat de kroon nog wel vastzitten. Bestrooi rondom lichtjes met wat zout naar smaak. Meng op een plat bord de specerijen, wat zout naar smaak en de bloem. Klop in een diep bord de eieren los met 2 el water.

Verhit een laagje olie in een grote koekenpan. Haal de aubergine in zijn geheel voorzichtig eerst door de bloem en dan door het ei. Leg in de koekenpan met olie. Herhaal met de rest van de aubergine, schenk eventueel overgebleven ei erbij en bak de aubergines rondom goudbruin en knapperig.

Serveer de knapperige aubergines direct met de kisir. Lekker met rauwkost, zoals lente-ui en takjes verse munt erbij.