Smelt 10 gram boter en smeer de bakplaat in met de boter. Gooi er vervolgens een stuif bloem op zodat er een heel dun laagje bloem overheen ligt. 

Neem een liniaal of ander voorwerp van ca 7 cm breed. Meet uit hoeveel banen er naast elkaar passen op de bakplaat waarbij je rekening houdt met een tussenruimte van ca 10 cm. Leg de liniaal neer en trek met je vinger een streep langs de liniaal. De streep blijft staan op de bakplaat. Tussen deze lijntjes spuit je straks de spritsen. 

Maak het beslag. Draai hiervoor 125 gram basterdsuiker samen met 210 gram boter en 8 gram citroenrasp in een keukenmachine tot een luchtig beslag wat er smeuïg en wit uitziet. 

Voeg dan in twee keer het halve ei toe en dan in 1 keer 250 gram bloem met 1,5 gram zout aan het beslag toe en draai zo kort mogelijk door elkaar. 

Doe het beslag in een spuitzak met een kartelspuitje en spuit de spritsen zigzaggend op de bakplaat precies tussen de lijntjes in. 

Verwarm de oven voor en bak de spritsen in ongeveer 18 a 20 minuten op 170 graden. Laat ze daarna goed afkoelen.

Smelt 300 gram pure chocolade tot 40 graden. Doe 3/2 op een schoon stuk keukenblad en beweeg het rond met een spatel tot het terug gekoeld is.

Voeg dit bij de warme chocolade en samen moet dit zon 31 a 32 graden zijn. Hierdoor blijft de chocolade het mooist. Dip de spritsen in de chocolade en leg ze op een bakpapiertje tot ze uitgehard zijn.