Schil de aardappelen en was ze onder de kraan. Dep ze vervolgens droog en snij ze in frietjes.

Bak ze de eerste keer op 140 graden in de frituur. Laat ze goed uitlekken en afkoelen. Ga vervolgens door met de mayonaise, ketchup en kaassoufflés en pas daarna bak je ze nog een keertje af zodat ze mooi goudgeel zijn en warm voor het opdienen.

Voor de mayonaise meng je de eidooier met de azijn en de mosterd. Blijf roeren terwijl je langzaam de olie toevoegt. Als de mayonaise dik genoeg is dan roer je nog de sap van de citroen er doorheen en breng op smaak met zout.

Voor de ketchup snij je de tomaten in vieren en maak je de knoflook schoon. Voeg alle ingrediënten toe in een pan en breng het aan de kook. Laat alles inkoken tot een dikke saus.

Pureer het geheel en haal het door een zeef. Als het nog niet dik genoeg is dan kook je het verder in. Breng de ketchup op smaak met zout en peper. Bewaar het in een potje in de koelkast.

Dan, de kaassoufflés. Smelt 40 gram boter en voeg daar 45 gram bloem toe en kook dit gaar. Voeg de helft (125 ml) melk hier aan toe en roer het glad. Doe  daarna de andere helft melk (125 ml) erbij en breng het aan de kook. Zodra het kookt haal je de pan van het vuur en meng je de eidooier en 50 ml room erdoor. Vervolgens de geraspte emmentaler en oude kaas, mosterd en specerijen erdoor en roer helemaal glad. Giet de massa in een bak en laat opstijven in de koelkast.

Ontdooi de velletjes bladerdeeg. Snij rechthoeken van de kaasvulling en leg deze op een bladerdeegplakje en bestrijk de randen met een beetje water en klap dubbel. Snij de randen bij en duw ze aan met een vork. Haal ze door een beetje eiwit en paneer ze in de paneermeel. Laat de kaassoufflés even opstijven in de vriezer. Bak ze daarna af op 180 graden in de frituur.

Voor lekkere warme frietjes bak je ze nog 1 keer af (zie stap 2). Snij de ui fijn. Serveer het patatje met ketchup, mayonaise, fijn gesnipperd uitje en een kaassoufflé.