Snijd de aardappels in plakjes en leg ze in een kom. Meng de room, de crème fraîche, de fijngesneden knoflook en de ui. Voeg daar de tijm aan toe. Breng dit aan de kook en laat dit inkoken zonder deksel, tot het wat dikker wordt. Breng dan pas op smaak met zout en peper. 

Doe een beetje room onderin de vormpjes, gevolgd door wat geraspte kaas. Leg daarbovenop een laagje aardappelplakjes en giet er opnieuw een beetje room overheen. Herhaal deze lagen tot het vormpje vol zit. Druk licht aan en giet als laatste nog een beetje room bovenop met wat geraspte kaas.

Bak de gratin ongeveer 40 à 50 minuten op 180 graden. Prik vervolgens met een satéprikker in de vorm; als je weinig weerstand voelt, is de gratin gaar.

Snijd de varkenshaas in drie à vier stukken en breng op smaak met zout en peper. Verhit boter in een hete koekenpan en bak de medaillons rondom goudbruin.

Draai de medaillons om zodra ze een mooie, goudbruine kleur hebben. Bedruip ze regelmatig met de bakboter. Na ongeveer vier minuten per kant haal je ze uit de pan en laat je ze rusten onder aluminiumfolie.

Voor de champignonroomsaus: snipper de ui en knoflook en bak deze aan in boter. Snijd de champignons in plakjes en bak deze tot ze verkleuren. Strooi de bloem er al roerend overheen en bak deze kort mee. Voeg vervolgens de bouillon toe aan de pan en roer goed door.

Voeg vervolgens de room toe. Breng de saus al roerend aan de kook en laat goed doorkoken. Breng op smaak met zout, peper en peterselie.