Wel de rozijnen en krenten in heet water. Laat ze een uur staan en giet ze dan af. Dep ze vervolgens droog met een doek.

Smelt de boter en maak de melk lauwwarm. Laat het gist een beetje oplossen in de melk.

Doe de bloem, vanillesuiker, eieren, gesmolten boter en de melk met gist in een keukenmachine met deeghaken  en kneed het deeg in 8 minuten tot een glad en soepel deeg. Dek de kom af met een doek en laat het een half uur rijzen.

Kneed nu rustig de krenten, rozijnen, oranjesnippers en sukade door het deeg heen. Maak een punt van het deeg en laat dit 15 minuten rijzen onder een doek.

Vorm het deeg tot een brood en leg het op een bakplaat. Smeer het brood in met een beetje melk en laat het 30 minuten rijzen op een warme plek.

Verwarm de oven voor op 200 graden en na het rijzen bak je het brood ongeveer 30 a 40 minuten tot het gaar is. Laat het brood daarna goed afkoelen.

Voor de zelfgemaakte appelstroop heb je echt vers sap nodig. Als je een sapcentrifuge hebt kan je de appels daarin persen.

Doe het sap in een pan en voeg de citroenschillen en de suiker toe. Breng aan de kook en kook net zo ver in, dat als je er een lepel in steekt, deze draden trekt.

Kook ondertussen vast een potje met deksel 10 minuten in kokend water. Hier kan straks de appelstroop in. Als de stroop klaar is doe je het in het potje en laat je het goed afkoelen.