Doe alle ingrediënten voor het deeg in een kom en kneed het deeg ongeveer 8 minuten tot het glad is.

Verdeel het in vier stukken en bol het deeg op. Dek het af en laat het op een koele plek 2 uur rijzen.

Smelt een klont boter in een pan en voeg de zuurkool, laurier en tijm toe. Laat een beetje tijm over voor later.

Breng op smaak met zout en peper en laat de zuurkool 15 minuten zachtjes pruttelen zodat deze heerlijk zacht wordt.

Snijd ondertussen de rode ui in dunne ringetjes en de käsekrainer worst in heel dunne plakjes.

Rasp de kaas (emmentaler en gruyère). 

Heb je het deeg 2 uur laten rijzen? Rol dan het deeg plat en smeer de bodem in met crème fraîche. Doe daar ook wat tijm overheen.

Verdeel de zuurkool, worstjes en ui erover. Bestrooi vervolgens met de twee soorten kaas en een beetje gehakte peterselie.

Bak de Flammkuchen in de houtoven op 350 graden. Draai het één keer en binnen 3 a 4 minuten is het gaar. Of bak de Flammkuchen in ca. 15 min in een voorverwarmde reguliere oven op 200 °C.

Snijd het tot slot in stukken.