Marineer de peren een dag van te voren. Verwarm hiervoor de abrikozensap en laat de suiker erin oplossen. Voeg de vanille, de laurier en citroensap er aan toe en laat 15 min zachtjes koken.

Doe er 4 peren in met de schil en laat 35 min rustig koken. Na het koken laat je dit afkoelen.

Schil de peren en leg de perenschillen óók in de marinade. Laat de geschilde peren met de rauwe vijfde peer een nachtje marineren in de perenmarinade.

Doe de vier gekookte peren in een glas waar ze precies in passen en vul de glazen met eau de vie. Snijd ondertussen de vijfde peer in kleine blokjes (brunoise).

Roer een klein scheutje muntsiroop door de mascarpone en voeg de rauwe perenblokjes en de gehakte munt toe. Roer goed door.

Kook wat van de perenmarinade (zonder schillen) in tot het dik en stroperig is. 

Snijd dikke plakken van de brioche en steek er met een ring rondjes van ongeveer 7 cm diameter uit. Snijd elke dikke plak nog door, zodat je twee dunnere plakken hebt. Druppel wat perenmarinade op de onderste plak.

Doe een fijne laag mascarponemengsel op de onderste plak brioche en druk de bovenste er goed op. Leg de gemarineerde schillen mooi op de brioche.

Haal de gegaarde peren uit de eau de vie en druk ze met de kont in het sesammengsel. Zet de peer bovenop de brioche. Sprenkel er wat ingedikte perensaus langs en strooi de gehakte pistache erover.