Neem de stukjes van de onrijpe jackfruit. Snijd deze goed fijn en meng met de gesnipperde ui, de fijn gesneden knoflook, de gembersiroop, het sap van de sinaasappel, een eetlepel olijfolie, het sap van een halve citroen, de sojasaus en zout en peper. Laat twaalf uur marineren. 

Warm het mengsel op en laat vijftien minuten rustig koken en bewaar het. Het moet lijken op tartaar. 

Snijd de groene kool fijn en blancheer goed gaar. Doe hetzelfde met de knolselderij, de rode kool en de witte kool. Als alle bladeren zijn geblancheerd, laat ze goed uitlekken in een zeef en daarna drogen op keukenpapier. 

Meng daarna alle ingrediënten samen met de jackfruit tartaar en een eetlepel mayonaise. Bewaar.

Snijd de vier avocado’s in de breedte door en haal het vel eraf. Haal de pit eruit (bij voorkeur voorzichtig met een lepel). Vul ze met de jackfruit tartaar en doe ze dicht. Snijd een klein stukje aan de onderkant eraf, zodat ze blijven staan op het bord. Het moet lijken alsof ze niet open zijn; het is een surprise voor de gasten!

Als je nog wat tartaar over hebt, maak een kleine quenelle (langwerpig balletje) op de borden, naast de staande avocado. Doe een beetje olijfolie erop en peper en zout.