Voor het beslag meng je de maïsbloem samen met de specerijen in een beslagkom. Roer dit goed door. Split de eieren en klop de eiwitten luchtig met een keukenmachine of handklopper. Voeg de eidooier, de kruiden en de maïsbloem toe. Schenk hierover in delen het bier en meng het geheel tot een homogene massa. Spatel dan voorzichtig het opgeklopte eiwit door het beslag.

Doe de hangop in een kom. Snijd zowel de kappertjes, de augurk als de zoetzure uitjes fijn en voeg bij de hangop. Doe hetzelfde met de dille, dragon, bieslook en knoflook. Meng alles goed door. Breng op smaak met zout en het sap van een halve citroen.

Verhit de olie tot een temperatuur van 180 graden. Zet alvast een bord klaar met keukenpapier, waarop de groenten na het frituren kunnen uitlekken. Snijd zowel de raapstelen als de paksoi en was het goed. Zorg ervoor dat de groenten vervolgens goed gedroogd worden, anders kunnen deze tijdens het frituren onnodig gaan spetteren. 

Haal de groente royaal door het beslag. Het geeft niet als de bladeren niet volledig met het beslag bedekt zijn. Frituur aan beide kanten totdat deze knapperig en goudbruin zijn. Laat vervolgens uitlekken en snijd in kleine stukken. Besprenkel opnieuw met wat zout en een snufje gerookte paprikapoeder. Serveer op een grote schaal samen met de frisse dip.