Verwarm de oven voor op 200 graden. Snijd de wortel, pastinaak, prei, knolselderij en champignons in kleine blokjes. Doe wat mergvet of boter in een pan en bak hier in alle groenten, laat de blokjes groenten 10 minuten gaar worden met zout en peper.

Doe de groenten, de salie, de gele bladselderij met de truffel naar smaak (overal een beetje!) in de soepkom en vul de soepkom tot 3/4 met de bouillon. 

Splits de eieren. Laat het bladerdeeg ontdooien. Snijd cirkels uit het deeg die net iets groter zijn dan de soepkom. Klop het eigeel los en bestrijk de rand van de soepkommen met het ei. Bedek met het bladerdeeg de opening van de soepkom. Druk dit goed vast en bestrijk de bovenkant van het bladerdeeg met het losgeklopte ei.

Zet de kommen in de oven voor 20 min. Als het deeg donkerbruin is, is het klaar. Als je de soep uit de oven haalt, wees dan voorzichtig met de kommen, ze zijn erg warm. Breek het deeg met een eetlepel en eet de soep warm.