Breng een pan water aan de kook om de noedels straks in gaar te kunnen koken.

Pel de knoflook en schil de gember. Blend de gember en knoflook met wat water samen tot een fijne pulp.

Schil en snipper de ui en bak dit even aan in een bakpan met een scheutje olie, maar laat het niet bruin kleuren.

Snijd de tempeh in fijne reepjes en voeg deze toe aan de pan.

Snijd de wortel en paprika ook in dunne reepjes en voeg dit toe aan de pan.

Voeg de rode currypasta toe en laat het even goed meebakken zodat het alle smaken loslaat. Voeg dan de kerrie, komijn en 5 spices kuidenmix toe en wok alles samen.

Blus de pan af met de knoflook-gemberpulp en voeg de kokosmelk ook toe. Voeg de tahini toe en roer het er goed doorheen, zodat de curry één geheel wordt. Draai het vuur laag en laat de curry zachtjes pruttelen, totdat je de noedels hebt gekookt.

Snijd de kern uit de spitskool of snij de onderkant eraf en haal dan de buitenste bladeren ervan af. Maar laat de bladeren wel helemaal heel. Snijd dan de nerf uit het koolblad waardoor je twee stukjes uit één blad haalt.

Kook deze bladeren ongeveer vier tot zes minuten in het water waar je ook de noedels in gaat koken. Leg de gekookte bladeren in een bak koud water, zodat ze niet verder gaan garen.

Snijd de spitskoolkern in dunne reepjes, smelt de boter in een pan op laag vuur zodat de boter niet gaat kleuren. Voeg dan de specerijen toe aan de boter en laat dit even kort stoven. Voeg dan de gesneden spitskool toe en laat het garen. Als het eenmaal gaar is laat je de spitskool uitlekken in een zeef zodat de meeste boter er weer uitloopt. 

Maak vervolgens een gat door de punten van je wijsvinger en duim tegen elkaar aan te zetten. Leg daar dan een velletje plasticfolie op en leg daar dan weer een spitskoolblad op, leg er een beetje gestoofde spitskool op en druk het door het gat heen waardoor je een balletje krijgt aan de onderkant. Stop de uiteinden er ook bij en draai de plastic folie aan totdat het een strak balletje wordt. Herhaal dit totdat je bladeren en vulling op zijn. 

Kook de noedels in zo'n acht tot tien minuten gaar.

Rooster de sesamzaadjes in een pannetje op laag vuur zonder olie totdat ze mooi goudbruin zijn. Snijd de bosui in dunne ringen en hak de pinda’s even grof. 

Giet de noedels af en meng dit met de curry. Schep het op een bord en leg de spitskoolbonbons er op. Garneer het gerecht met de pinda’s, bosui en sesamzaadjes.