Snipper de ui en snijd de knoflook, bak ze aan in een scheutje olie. Snijd de kippendijen in smalle reepjes en voeg dit aan de pan. Bak even goed aan. Voeg de kerrie, kurkuma en gemalen komijnzaad toe en bak het twee minuten mee. 

Snijd ondertussen de tomaten in blokjes en voeg deze toe. Versnipper de rode peper en voeg deze toe. Kneus de stengel van de sereh, snijd deze door twee, snijd ook de drie plakken gember, knijp het sap uit de citroen en voeg dit beide met de santen (kokos) toe. Doe de deksel op de pan en stoof het geheel ongeveer tien minuten, tot dat de santen gesmolten is.

Kook de rijst gaar volgens de verpakking. Snijd de paprika in reepjes en doe dit samen met de sugar snaps in de pan. Kook dit nog ongeveer vijf minuten zonder deksel. Als de rijst afgegoten is, doe dan gelijk de deksel op de pan en laat de rijst nog minimaal vijf minuten staan. Mocht je de saus iets te dun vinden, dan kan je geraspte kokos toevoegen aan de kip zodat de saus wat dikker wordt. Haal alle stukjes sereh en gember uit de pan. Was en voeg een deel van de taugé toe.

Maak de zoetzure komkommer. Meng het suiker met de azijn en het water in een kom. Snijd de komkommer in slierten en laat ze flink marineren in het zoetzure mengsel.

Doe wat rijst in een kommetje, leg daar wat kip bovenop. Doe daar wat pinda's en rauwe taugé bovenop. Server het gerecht met de zoetzure komkommer en kroepoek.