Meng 1 eetlepel olijfolie met 1 eetlepel verse spirulina of algenpoeder. Laat het even trekken en zeef  het door een fijne zeef.

Haal de Sint-Jacobsnoot (coquille) uit de schelp en marineer dit met de spirulinaolie.

Schil de aardappelen en kook ze vervolgens. Giet ze af en prak de aardappelen fijn met een vork. Meng het voor nog meer smaak eventueel met nog een theelepel verse spirulina.

Blancheer de andijviebladeren en laat ze uitlekken op een stuk keukenpapier.

Snipper de sjalotjes en bak ze ongeveer 10 minuten in een koekenpan met 40 gram roomboter tot de ui mooi glanst.

Bewaar het vet in de koekenpan en meng de sjalotjes met de geprakte aardappelen. 

Bak in dezelfde koekenpan van de sjalotjes de sint-jacobsnoten tot ze goudbruin zijn. Dit duurt ongeveer 1 minuut per kant.  

Hak de pistachenootjes fijn.

Meng 5 eetlepels room met 2 eetlepels truffeltapenade en zet het even apart.

Warm dan alles (de truffelsaus, aardappel met sjalotjes) nog even op. Rol per persoon 1 Sint-Jacobsnoot in een blad andijvie en warm het kort op in een pan.

Leg wat van de aardappel op een bord, leg daar per persoon 3 coquilles erop. Schenk de saus er overheen en maak het af met wat gehakte pistachenoten en eventueel nog wat spirulina-olie.