Meng de boter en poedersuiker in een kom en mix door elkaar met een deeghaak. Voeg dan het ei toe.

Als het ei erdoor zit voeg je de bloem en het amandelmeel toe. Kneed zo kort mogelijk tot een deeg. Haal het deeg uit de kom en verpak met plasticfolie. Laat minimaal een uur opstijven in de koelkast.

Voor de taartbodem, verwarm je de oven voor op 170 graden. Haal het deeg uit de koelkast en kneed het een keer door om het soepel te maken.

Rol het deeg uit en bekleed de taartvorm die ingesmeerd is met een beetje boter. Leg een bakpapiertje over het deeg en vul de vorm met gedroogde bonen.

Bak de vorm met de bonen 16 minuten af en haal daarna uit de oven. Verwijder voorzichtig het papier en de bonen. Duw met een vork het deeg een beetje aan.

Voor de room week je de blaadjes gelatine in een bakje met koud water.

Rasp van 1 sinaasappel de schil en voeg deze bij het sap, boter en de suiker. Breng dit samen aan de kook. Klop de eieren los in een grote kom.

Giet de kokende massa op de eieren terwijl je dit goed blijft roeren. Doe alles terug in de pan en verwarm al roerende naar 85 graden.

Haal de room-vulling van het vuur en roer de uitgeknepen blaadjes gelatine erdoor. Giet de hete vulling in de taartvorm en bak deze nog 10 minuten op 170 graden in de oven.

Haal de taart uit de oven en laat volledig afkoelen. Smeer er een paar lepels kruisbessenjam op.

Voor de meringue maak je eerst de suikerstroop. Doe de suiker en het water samen in een pannetje en breng aan de kook zonder dat je er in roert.

Klop het eiwit als de suikerstroop 110 graden is. Als het eiwit schuimig is voeg je langzaam de 100 g suiker toe. Klop het tot het eiwit stevig is.

Ondertussen is de suikerstroop verder verwarmd tot 120 graden. Voeg deze in een dun straaltje toe aan het opgeklopt eiwit. Laat koud draaien.

Spuit mooie rozetten langs de taart en brand ze af met een Crème-Brûlée brander.