Kook alvast de wilde rijst. Snijd de tomaten, de ui en twee teentjes knoflook. Doe wat olie in de pan en zet deze alvast aan. Doe een eetlepel massala bij de ui en knoflook. Doe de tomaten erbij om aanbranden te voorkomen. Voeg nu de kikkererwten toe en verkruimel er een blokje groentebouillon doorheen. Blus het geheel af met een scheutje water en de kokosmelk. Laat het 10 minuten inkoken en maak af met wat verse koriander.

Snipper voor de rijst alvast een rood uitje en bewaar deze in een bakje. Snijd de spruitjes in tweeën. Zet een koekenpan op het vuur met wat olie en bak alvast de komijnzaad. Doe hier kort daarna de spruitjes bij. Blus de spruitjes af met wat sojasaus. Als de rijst klaar is doe je deze bij de spruitjes en roer je het goed om. Hak wat verse peterselie fijn en voeg deze samen met de rode ui toe aan de spruitjes. 

Klop een eitje los. Doe ongeveer 1 cm aan olie in een hapjespan. Breek de fetakaas. Doe wat bloem en oregano in een kom. Haal de fetakaas eerst door het geklopte eitje en dan door de bloem. Bak de fetakaas heel kort tot deze bruin kleurt. Laat deze uitlekken op een keukenpapiertje. 

Maak de wilde rijst af met het sap van een limoen. Strooi een flinke hand met cashewnoten over de wilde rijst. Schep de rijst op een bord en leg hier de gesmoorde kikkererwten boven op. Maak het geheel af met een stukje fetakaas.