Verwarm de oven voor op 200 graden.

Doe voor de focaccia de bloem, gist, suiker en zout in een kom en voeg het lauwwarme water toe. Meng het 7 a 8 minuten, tot er een soepel deeg ontstaat.

Bol het daarna op en laat het afgedekt met een vochtige doek erop 20 minuten rijzen.

Vet een bakvorm van 30 cm bij 20 cm in met wat olijfolie. Doe het deeg in de vorm en duw het plat tot aan de randen.

Snijd de ui in ringen, tomaat door de helft, laat de olijven uitlekken en verdeel over het deeg. Rits de kruiden van de takjes en verdeel op het brood. Druppel er wat olijfolie overheen.

Dek het deeg weer af met de vochtige doek en laat het weer 15 minuten rijzen.

Duw daarna met je vingers door het deeg tot aan de bodem van het bakblik. Doe dit meerdere malen op verschillende plekken in het deeg.

Bak het brood ongeveer 20 minuten af. Laat het daarna afkoelen en snijd het brood in kleine stukken.

Meng voor de verse pasta alle ingrediënten door elkaar en kneed tot een glad deeg. Laat het 30 minuten rusten voordat je het door de pastamachine heen haalt.

Haal het deeg door de pastamachine tot de juiste dikte en snijd er dan spaghetti van. Leg de spaghetti in voldoende bloem in hoopjes neer (per portie).

Kook de spaghetti gaar in ruim kokend water met wat zout.

Snijd voor de pastasaus de knoflook en uien en bak ze aan in een flinke laag olijfolie. Snijd de tomaten doormidden en voeg ze bij de uien. Voeg gelijk wat zout en peper toe. 

Kook 20 minuten tot een saus. Schep de pasta er vervolgens doorheen en voeg dan pas de basilicum pas toe. Serveer op een grote schaal.

Voor de aceto uien, snijd je de uien in ringen. Bak ze zachtjes aan in een beetje olijfolie, voeg de aceto balsamico en de suiker toe. Rits de tijm van de takjes en voeg toe.

Breng aan de kook en wacht tot het vocht bijna verdwenen is. Breng op smaak met zout en peper.